warmte wet
Rijssenbeek Advocaten, 28 juni 2016

Warmtewet; VvE’s moeten worden uitgezonderd

De Warmtewet is onlangs in opdracht van minister Kamp van Economische Zaken geëvalueerd.1 Het eindrapport van deze evaluatie zal door de minister worden betrokken bij de vormgeving van de nieuwe Warmtewet. In het rapport worden 23 knelpunten benoemd die partijen in de praktijk ervaren. Voor VvE’s is met name één knelpunt van belang, namelijk de gevolgen in het geval de VvE wordt gekwalificeerd als ‘leverancier’ in de zin van de Warmtewet. In deze bijdrage worden dit knelpunt en mogelijke oplossingen hiervoor onder de loep genomen.

De kwalificatie ‘leverancier’ in de zin van de huidige Warmtewet brengt voor VvE’s te hoge en onnodige administratieve, organisatorische en financiële lasten met zich mee.

eze lasten komen uiteindelijk voor rekening van (particuliere) appartementseigenaren en/of diens huurder(s), terwijl de Warmtewet nu juist beoogt om consumenten te beschermen.

De minister heeft dit probleem in 2014 erkend en uitgesproken dat hij VvE’s wil uitzonderen van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet. In zijn kamerbrief van 17 februari 2016 schrijft de minister het volgende:

‘In de Warmtevisie heb ik al gemeld VvE’s uit te willen zonderen van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet. Ik beraad mij op het advies van de onderzoekers om de blokverwarming verder wel binnen de reikwijdte van de Warmtewet te houden, maar de gebouweigenaren als warmteleverancier minder verplichtingen op te leggen dan andere warmteleveranciers. Daarbij onderzoek ik, in samenspraak met de minister voor Wonen en Rijksdienst, ook andere mogelijkheden om huurders die warmte afnemen van hun verhuurder te beschermen, bijvoorbeeld via de route van het huurrecht.’

De minister benadrukt dus nogmaals dat hij VvE’s wil uitzonderen van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet. Dit overigens met de uitzondering van de meet- en afrekenverplichting per (woon)appartement die voortvloeit uit de EED Richtlijn. Dat de minister vervolgens aangeeft zich op het advies van de onderzoekers te beraden om de blokverwarming verder wel binnen de reikwijdte van de Warmtewet te houden, lijkt voor VvE’s niet van belang aangezien de minister hier kennelijk doelt op situaties waarbij sprake is van een gebouw of complex dat niet is gesplitst in appartementsrechten.

Of de minister VvE’s, waarbij sprake is van een gemengd complex en een blokverwarmingsinstallatie, ook wil uitzonderen van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet is op dit moment minder duidelijk. Van een gemengd complex is sprake wanneer een gebouw is gesplitst in appartementsrechten waarbij een deel van de appartementen (door een woningcorporatie) wordt verhuurd. Het onderzoeksbureau adviseert om voor deze VvE’s slechts een gedeelte van de Warmtewet te laten gelden (het zogenaamd ‘verlicht regime’) en wel enkel ten aanzien van de betreffende huurder(s). Dat verlicht regime ziet er als volgt uit:

–          de eisen rondom storingscompensatie vervallen;
–          het voeren van een afzonderlijke boekhouding is niet meer verplicht;
–          de wijze waarop de leveringsovereenkomst met de afnemers moet worden opgesteld wordt niet meer wettelijk voorgeschreven; maar,
–          de verplichting om ten minste eenmaal per jaar een volledige en voldoende gespecificeerde nota te overleggen blijft bestaan;
–         de verplichting om een storingsregistratie bij te houden blijft bestaan;
–         de huidige eisen ten aanzien van tariefbescherming blijven gehandhaafd;
–         de eisen ten aanzien van het zorgdragen voor een betrouwbare levering blijven bestaan; en,
–         de eis om alles te doen dat redelijkerwijs kan worden gedaan om afsluitingen/onderbrekingen te voorkomen en zo snel mogelijk te verhelpen blijft ook gehandhaafd.

We moeten afwachten of de minister de adviezen van het onderzoeksbureau overneemt. In ieder geval geeft de minister aan dat hij de optie bestudeert om huurders in gemengde complexen, die feitelijk warmte van een blokverwarmingsinstallatie krijgen, te beschermen via het huurrecht. Dit is in juridisch opzicht ook de juiste route.

Immers als VvE’s worden uitgesloten van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet, dan zullen VvE’s niet meer en niet minder dan de kostprijs van de warmte aan de appartementseigenaren doorberekenen. VvE’s hebben immers geen winstoogmerk zodat alleen de daadwerkelijke kosten worden doorberekend. Ten aanzien van appartementseigenaren is de bescherming van de Warmtewet daarmee dus overbodig. Ten aanzien van huurders zou dat anders kunnen zijn, maar huurders kunnen tegen de doorberekening van te hoge warmtekosten beschermd worden door middel van huurrechtelijke beschermingsbepalingen, waarin eventueel verwezen wordt naar de Warmtewet.

De aangewezen weg om huurders te beschermen is dus niet het opleggen van verplichtingen aan VvE’s in de Warmtewet, maar door middel van het opnemen van een beschermingsbepaling in de huurwet. Het advies van het onderzoeksbureau om voor VvE’s ten aanzien van huurders een verlicht regime op te nemen, zou dus opnieuw onnodige administratieve, organisatorische en financiële lasten voor VvE’s met zich meebrengen, terwijl het doel van de Warmtewet – consumentenbescherming – op een veel eenvoudigere wijze bereikt kan worden.

De minister geeft aan deze mogelijkheid te onderzoeken en hoopt nog dit jaar het wetsvoorstel voor de nieuwe Warmtewet bij de Tweede Kamer in te dienen. Het doel van de minister is om te komen tot een ‘eenduidige, heldere en voor alle partijen werkbare Warmtewet’. Bij dat doel past ook dat VvE’s waarbij sprake is van een gemengd complex, worden uitgezonderd van de verplichtingen die voor leveranciers gelden op grond van de Warmtewet.

Voor meer informatie over dit onderwerp verwijs ik u graag naar onze website: www.rijssenbeek.nl

Mrs. Tom Gilsing en Bram Mol zijn werkzaam op het gebied van VvE & Energie bij Rijssenbeek Advocaten.

Geinzicht
Lees ook

VvE moet scootmobiel toestaan in gemeenschappelijke hal

Op basis van de Wet op gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz) kan de VvE het plaatsen van een hulpmiddel in de gemeenschappelijke...

Lees volledig bericht