Rijssenbeek Advocaten, 3 juni 2015

Nieuwe Warmtevisie leidt tot Warmtewet 2.0

Korte terugblik

“Ik ben dan ook voornemens de wet op dit punt aan te passen en VvE’s met gebouw gebonden installaties uit te zonderen van de verplichtingen voor een leverancier die volgen uit de Warmtewet.

In juli 2014 informeerden wij u over bovenstaand citaat uit een brief van 7 juli 2014 van de minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer. Het ministerie van Economische Zaken had in die periode de knelpunten rond de Warmtewet geïnventariseerd. De toepassing van de Warmtewet op VvE’s met een gebouw gebonden installatie (oftewel een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie) was één van de knelpunten.

(1) De minister was terecht tot het oordeel gekomen, dat de verhouding tussen de VvE als warmteleverancier en appartementseigenaren fundamenteel verschilt van de verhouding tussen overige warmteleveranciers en afnemers. Op dat moment was de verwachting, dat het voorstel tot wetswijziging in het voorjaar van 2015 bij de Tweede Kamer kon worden ingediend. Hiermee werd definitief bevestigd, dat VvE’s beter terughoudend konden zijn met investeringen die naleving van de Warmtewet (mede) tot doel hadden. Het was immers onzeker en onduidelijk aan welke verplichtingen VvE’s exact zouden moeten gaan voldoen. Deze onzekerheid en onduidelijkheid gold ook voor VvE’s waarin een corporatie (groot)eigenaar was.

Het ministerie van Economische Zaken heeft sinds juli 2014 intensief onderzoek gedaan naar de knelpunten van de Warmtewet en vooral de mogelijke oplossingen daarvoor. Samengevat bleken de knelpunten lastig op te lossen, zonder de uitgangspunten en de fundamenten van de Warmtewet te wijzigen. Dit probleem lijkt echter te zijn ingehaald door een veranderende visie, zowel politiek als maatschappelijk, op de warmtevoorziening in Nederland.

De Warmtevisie en de gevolgen voor de Warmtewet

Op 2 april jl. stuurde de minister van Economische Zaken per brief zijn warmtevisie naar de Tweede Kamer. Samengevat stuurt de minister aan op een versnelde en structurele overgang naar duurzame warmte in Nederland. De wens minder afhankelijk te worden van fossiele brandstoffen (aardgas) speelt daarbij een belangrijke rol. Om een structurele overgang naar duurzame warmte te realiseren, moet warmte naast gas en elektriciteit een gelijkwaardige positie krijgen in het Nederlandse energiesysteem.

De Warmtewet is één van de middelen die een faciliterende rol hebben om het doel te bereiken. De huidige opzet van de Warmtewet is daar te beperkt voor. De 2

minister zal daarom de volledige Warmtewet herzien, inclusief de doelstelling en de fundamenten daarvan. Over de reeds in juli 2014 geconstateerde knelpunten schrijft de minister:

“De geconstateerde knelpunten zullen in dat traject vanzelfsprekend worden meegenomen. Zoals aangegeven in mijn brief van 7 juli 2014 gaat het daarbij onder andere om de bedoeling VvE’s uit te zonderen van de verplichtingen voor een leverancier voortkomend uit de Warmtewet en om het toepassen van correctiefactoren toe te blijven staan”.

De vernieuwde wet zal naar verwachting eind 2016 bij de Tweede Kamer worden ingediend. Feitelijk is voor VvE’s niet veel veranderd ten opzichte van juli 2014. Voor VvE’s blijft het raadzaam terughoudend te zijn met investeringen die naleving van de Warmtewet (mede) ten doel hebben. Het blijft, misschien iets meer dan voorheen, onzeker en onduidelijk aan welke verplichtingen VvE’s exact zullen moeten gaan voldoen. Dit geldt ook nog steeds voor VvE’s waarin een corporatie (groot)eigenaar is. Het is immers niet duidelijk welke verplichtingen op welke partijen komen te rusten.

Coöperatieve Verenigingen hebben nu ook de aandacht van het ministerie

Nieuw is, dat inmiddels ook de combinatie tussen Coöperatieve Verenigingen en de Warmtewet op aandragen van Rijssenbeek Advocaten als knelpunt is gekwalificeerd door het ministerie. Hierover volgt een afzonderlijke publicatie van Rijssenbeek Advocaten.

De Warmtevisie omvat meer dan de (huidige) Warmtewet

Zoals vastgesteld heeft de Warmtevisie gevolgen voor de Warmtewet, in die zin dat de Warmtewet waarschijnlijk een aangepaste en bredere doelstelling zal krijgen. De huidige doelstelling, te weten consumentenbescherming, zal waarschijnlijk in de basis gehandhaafd blijven, maar deels op een andere manier worden uitgewerkt. Daarnaast zal naar verwachting verduurzaming van de warmtevoorziening in Nederland als doel worden geformuleerd. Dit betekent dat het verbruik van fossiele brandstoffen, vooral aardgas, moet worden teruggedrongen en vervangen door duurzame warmtebronnen. Te denken valt aan restwarmte van industrie, warmte uit verbranding van biomassa of (huis)vuil, bodemenergie en warmtepompen. De wetgever zal deze overgang willen stimuleren en faciliteren. Daarvoor is in ieder geval nodig, dat warmte naast gas en elektriciteit een gelijkwaardige positie krijgt in het Nederlandse energiesysteem. Dit moet ondermeer worden vormgegeven door (lokale) warmtenetten zoveel mogelijk gelijk te benutten en te behandelen als het elektriciteitsnet en het gasnet. Concreet zou een onafhankelijke netbeheerder een warmtenet moeten beheren en zouden verschillende leveranciers warmte moeten kunnen invoeden op het net. Afnemers kunnen dan kiezen uit verschillende 3

leveranciers. Daarnaast is het nu zo, dat de kosten van aanleg en onderhoud van het landelijke gasnet zijn gesocialiseerd. Alle aangesloten huishoudens en bedrijven betalen mee, waarmee ook onrendabele delen van het gasnet worden gefinancierd. Bij warmtenetten is dit anders. Deze netten zijn vaak lokaal en de kosten van aanleg en onderhoud moeten door een relatief kleine groep huishoudens en bedrijven worden gefinancierd. Dit maakt het voor warmtenetten momenteel lastig concurreren met het gasnet.

De komende jaren zal de Warmtevisie – met haar ambiteuze doelstellingen – in de praktijk waarschijnlijk niet al te veel gevolgen hebben voor VvE’s. Toch kan het voor veel VvE’s raadzaam zijn om de warmtevoorziening in het appartementencomplex dit jaar onder de loep te nemen. Mogelijk heeft uw VvE (binnen afzienbare tijd) de mogelijkheid om een aansluiting op een duurzaam warmtenet te realiseren. Een groot aantal VvE’s zal deze mogelijkheid niet hebben. Uit navraag volgt, dat voor deze VvE’s bodemenergie in combinatie met een warmtepomp een goede mogelijkheid kan zijn. Het voordeel hiervan is dat op lokaal niveau duurzame warmte en koude geproduceerd kan worden, zonder dat aangesloten hoeft te worden op grootschalige warmtenetten. Met bodemenergie wordt gebruik gemaakt van de bodem als buffer voor warmte en koude, waardoor in de winter kan worden verwarmd met warmte die in de zomer wordt opgeslagen en vice versa. Inmiddels wordt bodemenergie al op grote schaal toegepast in Nederland en is deze toepassing financieel rendabel. De minister schrijft in zijn warmtevisie dat hij nog een groot potentieel ziet voor het gebruik van bodemenergie.

Gezien de intenties van de wetgever om duurzame warmte – kort gezegd – financieel meer aantrekkelijk te maken kan het geen kwaad te onderzoeken welke mogelijkheden uw VvE heeft, vooral als de huidige (collectieve) gasketels binnen 5 jaar aan vervanging toe zijn. Daarbij speelt natuurlijk mee dat de besluitvormingsprocessen in VvE’s tijd en aandacht vragen. Bij veel VvE’s duurt het minimaal twee jaar om de besluitvorming over de aanschaf van nieuwe collectieve gasketels, of de overstap naar een nieuw verwarmingssysteem goed te regelen. Op deze manier voorkomt u, dat de VvE over enkele jaren achter de feiten aanloopt of misschien zelfs kansen heeft gemist.

Heeft u vragen naar aanleiding van het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met mr Tom Gilsing.

Met dank aan de heer B.J. de Zwart, werkzaam bij IF Technology 4

brandscan- visserstaete Soest
Lees ook

Bevel tot wijziging van de splitsingsakte

Een splitsingsakte kan in beginsel alleen gewijzigd worden met medewerking van: alle appartementseigenaars; of het bestuur, indien hiertoe een besluit is genomen ...

Lees volledig bericht