Hubert Braakhuis, 20 januari 2011

UAV 2012 van kracht

erreweg de meest gebruikte algemene voorwaarden in de Nederlandse bouw zijn de “Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken” oftewel de UAV. Naar schatting wordt er jaarlijks circa € 50 miljard bouwomzet gemaakt in de grond-, weg-, en waterbouw en de woning- en utiliteitsbouw, waarbij de UAV van toepassing worden verklaard.

In 2009 is er een werkgroep samengesteld, bestaande uit onder meer marktpartijen, bouwrechtadvocaten en wetenschappers, die als taak hadden de UAV 1989 te herzien. Op maandag 30 januari 2012 zijn de UAV 2012 gepubliceerd in de Staatscourant waarmee deze in werking zijn getreden.

De vraag is wat nu de belangrijkste verschillen zijn ten opzichte van de UAV 1989.

Allereerst constateren wij dat de UAV 2012 vooral gezien moeten worden als een lichte herziening en geactualiseerde versie van de UAV 1989. Onder meer de terminologie is aangepast aan de tijd en de jurisprudentie van de Raad van Arbitrage is doorgevoerd in de nieuwe tekst. Verder zijn de UAV 2012 aangepast aan het huidig Burgerlijk Wetboek en zijn de UAV-TI (UAV technische installatiewerken) 1992 in de UAV 2012 geïntegreerd. De volgende punten zijn ons bij de doorgevoerde wijzigingen opgevallen. Waarbij voor de goede orde wordt opgemerkt dat er meer wijzigingen zijn doorgevoerd.

Paragraaf 5 Verplichtingen van de opdrachtgever

Van belang is hier dat paragraaf 5 lid 5 UAV 1989 is komen te vervallen. De bepaling over de aansprakelijkheid van de opdrachtgever voor de niet of niet tijdige levering van bouwstoffen die bij een voorgeschreven leverancier worden betrokken dan wel voor door de aannemer voorgeschreven bouwstoffen, is daarmee vervallen. De opdrachtgeveraannemer is niet langer verplicht om bouwstoffen te keuren.

Paragraaf 6 Verplichtingen van de aannemer

De aansprakelijkheid voor de voorgeschreven leverancier is aan de UAV 2012 toegevoegd (lid 27). Hierdoor wordt de positie van de voorgeschreven leverancier gelijk gesteld met die van de voorgeschreven onderaannemer. Ook een verschil met de UAV 1989 is dat de aannemer nu in beginsel aansprakelijk is – in plaats van de opdrachtgever – voor de niet of niet tijdige levering door de voorgeschreven leverancier, zij het dat deze aansprakelijkheid beperkt is.

Verder is de zorg voor het milieu aangescherpt (lid 16a).

Paragraaf 11 Onderhoudstermijn

De belangrijkste aanvulling aan deze paragraaf is dat gebreken die het gevolg zijn van onjuist of onzorgvuldig gebruik, of gekwalificeerd kunnen worden als normaal te verwachten slijtage als gevolg van het feitelijke gebruik, niet vallen onder gebreken die door de aannemer tijdens de onderhoudstermijn hersteld moeten worden. De reden hiervoor is dat de term “onderhoudstermijn” bij installatiewerkzaamheden de suggestie kan wekken dat de aannemer ook aansprakelijk is voor het plegen van (regulier) onderhoud zonder dat sprake is van gebreken.

Paragraaf 12 Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering

De regeling inzake de aansprakelijkheid van de aannemer na oplevering is in de UAV 2012 op een aantal punten gewijzigd. De verwijzing naar het artikel 7A:1645 (van het oude Burgerlijk Wetboek) is verwijderd. In plaats daarvan is een onderscheid naar de duur van de aansprakelijkheid voor verborgen gebreken opgenomen, afhankelijk van de aard van het verborgen gebrek. De aannemer is na oplevering in beginsel niet meer aansprakelijk. Er zijn echter twee uitzonderingsgevallen. Uit hoofde van de UAV 2012 kan de aannemer tot vijf jaar na oplevering nog aansprakelijk zijn als sprake is van verborgen gebreken. Daarnaast kan de aannemer tot tien jaar na oplevering aansprakelijk zijn, als het werk instort of dreigt in te storten, dan wel als het werk ongeschikt is geraakt of ongeschikt dreigt te raken voor de bestemming waarvoor het bedoeld is en een en ander slechts kan worden verholpen of voorkomen door het treffen van zeer kostbare voorzieningen.

Paragraaf 17 Verwerking van bouwstoffen

Uit de herziening van deze paragraaf volgt dat op grond van de UAV 2012 nu in het bestek moet worden bepaald of en in hoeverre bouwstoffen moeten worden gekeurd. Indien daaromtrent niets in het bestek is bepaald, is de opdrachtgever niet langer gehouden de bouwstoffen te keuren voordat de aannemer de bouwstoffen verwerkt.

Paragraaf 22 Garantie voor een onderdeel

Naar onze mening impliceert een garantie dat de garantieverstrekkende partij instaat voor de kwaliteit van het geleverde werk of bouwstof. De bewijslast in de UAV 2012 is, net zo als in de UAV 1989, echter bij de opdrachtgever gebleven. Het doorvoeren van de omkering van deze bewijslast in de UAV 2012 is de werkgroep te ver gebleken in het kader van een lichte herziening. Naar onze mening is dit een gemiste kans.

Paragraaf 36 Bestekswijzigingen

Ook de regeling met betrekking tot bestekswijzigingen is enigszins herzien. Naar aanleiding van het bepaalde in artikel 7:755 BW is toegevoegd, dat als de opdrachtgever bestekswijzigingen wenst, de aannemer slechts een verhoging van de prijs kan vragen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een uit de bestekswijziging voortvloeiende prijsverhoging.

Conclusie

Met de UAV 2012 is de terminologie van de UAV 1989 geactualiseerd en aangepast aan het Burgerlijk Wetboek en jurisprudentie. Ook is de integratie van de UAV-TI 1992 voltooid. Fundamentele wijzigingen hebben echter niet plaatsgevonden nu vanuit de overheid slechts de opdracht is gegeven te komen tot een lichte herziening. Net zoals bij de UAV 1989 zijn er bij de UAV 2012 bepalingen die ten gunste van de opdrachtgever en of de aannemer kunnen worden uitgelegd. Het is dan ook aan te raden daar rekening mee te houden bij het sluiten van overeenkomsten. Heeft u daar vragen over? Dan weet u ons te vinden!

De UAV 2012, met bijlagen en toelichting zijn gepubliceerd in de Staatscourant, klik hier.

Voor nadere informatie over dit onderwerp: mr. Hubert Braakhuis en mr. Mark van der Lubbe.

Brickell-Key
Lees ook

Is een huurder gehouden aan het huishoudelijk reglement van de VvE?

Deze vraag is in een recent arrest van de Hoge Raad (Hoge Raad 10 februari 2012, nr. 10/03328 (LJN BU8174) aan de orde gekomen. De casus is als volgt: A huurt sind...

Lees volledig bericht